Gisteren keek ik naar een nieuwe aflevering op televisie over geluk. Eigenlijk kijk ik zelden naar dit programma. Deze keer kon ik het misschien wel interessant vinden aangezien het thema “Geluk” voor mij als kijker en als geluksmentor een meerwaarde brengt aan mijn persoonlijke bijdrage om de wereld mooier te maken. Of zoiets dan toch. 

Goed, met een theetje in mijn ene hand en de afstandbediening in het andere hand hield ik halt bij de eerste vraag die de presentator zijn bekende vlaming stelde: Waar wordt u gelukkig van? 

De ene persoon wordt gelukkig van het eten van pure chocolade met een beetje appelsien erin, want dan blijft zijn vrouw er vanaf. De andere persoon wordt gelukkig van de geur van een naaldboom. 

Hoe toepasselijk gekozen volgens de persoon achter hen, want hij lachte en knikte extra bij het horen van wat voor hem goed gekozen antwoorden bleken te zijn. Geloof me als ik zeg dat deze man al met zijn hoofd en smaak- en geurpapillen het water en de geur kon oproepen. Je bent het nu ook al aan het voelen, niet? Chocolade is ook gewoon lekker. Punt. 

Eigenlijk feitelijk delen mensen mee dat geluk te vergelijken is met iets dat in de buitenwereld te vinden is. Daarom klinkt het eerder als een zoektocht, dan gewoon ZIJN. Dat wil dus zeggen dat als ik een stuk pure chocolade eet, dat dat mij een goed gevoel geeft en daar word ik dus gelukkig van. Dan ga ik heel dankbaar moeten zijn om dat gevoel te blijven herkennen. Als ik het 1000x per dag herhaal komt het vast goed met me, nee? 

Interessant vond ik het dan ook dat er een dokter of een professor in de gelukskunde aan te pas kwam. Deze wetenschapper, en met alle respect voor medisch hooggeschoolde mensen,  worden er door hen in de buitenwereld geluksfactoren gezocht. De studies die er zijn, zijn niet meer dan een vorm van een enquête dewelke via cijfers het meest voorkomende antwoord van ons als mens bevestigd. 

Tussen het onderweg zoeken en het blind staren op: “Als ik dat heb, dan ben ik gelukkig”  ligt er een verborgen schat. Een schat die je meer ruimte zal geven wanneer je doorvoelt en herkent dat geluk al die tijd al voorradig was binnenin jezelf. Het is niet je partner die je gelukkig maakt. Het is het gevoel dat je herkent als je aan je partner denkt dat jou gelukkigere gevoelens geeft.  Het is niet je stand van de rekening bij de bank die je gelukkig maakt, maar de emoties die je voelt als je aan je bankrekening denkt. 

De verborgen parel is niet meer dan een vernieuwde zienswijze van binnen naar buiten. 

Ik dank je, lieve media, om mij alvast te laten zien dat er zo meer voeding de verkeerde richting in wordt geblazen. Dat kan en mag. Maar het kan gewoon ook anders. 

Xoxo 

Ellen